De allermooiste straathoek ruikt naar koffie en naar bier
Ik rook een sigaret en dan nog een stuk of vier
Haar raam staat altijd open, ze kan me zo zien staan
Ze roept "wacht o mij vanavond, het is tijd om weg te gaan"
Wie kan nooit iets beters dan zo'n mooi ongeduld
Toen ik de zon heb neergekeken wat me niet met spijt vervuld
En als ik haar dan ophaal, zit ze naast me en ze zwwijgt
Ik rij harder weg dan anders, duw het asfalt voor ons uit
Zaterdag, deed ik niets wat ook wel later mag
Zaterdag, zag ik de week die in het water lag
Maar zaterdag zaterdag, ben ik vrijer dan de rest
De stad ligt achter ons, we kijken naar elkaar
Het wordt nooit meer hetzelfde, wij hier de wereld daar
En ik weet wel wat ze denkt nu, we kunnen niet meer terug
Rij alsjeblieft voor altijd om want alles, alles gaat te vlug
Ik leefde langzaam aan in de kantlijn van zo'n dag
Dat alles net nog kan en niet meer hoeft
En ik verdeed mijn tijd, maar ik ben klaar om zaterdag
Zaterdag, deed ik niets wat ook wel later mag
Zaterdag, zag ik de week die in het water lag
Maar zaterdag zaterdag, ben ik vrijer dan de rest