Welkom in ons midden. Welkom in dit huis. Nu je eindelijk weer hier bent. Welkom, jongen. Welkom thuis. . We waren ongerust. We hebben lang gewacht. We hadden nooit gedacht.
Is het waar dat de wereld rond is. Dat het ongezond is als je rookt en drinkt. Is het waar dat honing zoet is. Dat een liedje goed is als het nooit bezinkt.
Wat ze zegt is prachtig. Blij je weer te zien. Maar ik heb niets meer te zeggen. Dus nou, tot ziens, misschien. En ik voel m'n ogen branden. Sla ze snel maar neer.
(tekst: Peter Slager / muziek: Paskal Jakobsen). . Ze ruikt naar kauwgom, thee en wierook. Bedwelmend goed gemengd. Alsof ze het expres doet. Alsof het hoort zo.
Ik doe mijn best. Om wakker te blijven. Maar mijn ogen vallen dicht. Ik hou maar net m'n evenwicht. Op het randje van de slaap. . Ik doe mijn best. om niet iets raars te zeggen.
Je buien maken vlekken. Op mijn hagelwit humeur. Ik heb m'n handen op je heupen. Maar m'n hoofd is bij de deur. . Ze zeggen dat het went. Ik heb het geprobeerd.
Mijn woord viel met een klap in duizend stukken. Van vierhoog naar beneden, zo op straat. De stenen waren harder dan mijn zinnen. En binnen hing de geur van hoogverraad.
Een dag op de grens tussen beten en gerucht. Is genoeg om gek te worden, ook al is het valse lucht. Een dag op de grens tussen liefde en verraad. 't Is genoeg om gek te worden al bedoelt ze het niet kwaad.