Zij.... . de blik in haar ogen. verandert de kleur van mijn dag. 't is niet te geloven. van zwart als ze boos is. tot blauwer dan blauw als ze lacht. .
Ik heb met m'n oren dicht naar jou geluisterd. En ik hoorde niets bijzonders aan je stem. Toen je al die lieve dingen hebt gefluisterd. Dacht je hoogstwaarschijnlijk elke keer aan hem.
Oud en afgedankt. In een straatje zonder bomen. Zit ze voor het raam. Door niemand serieus genomen. Oud en weggedaan. Zelfs door haar eigen zonen. Die met hun vrouw en kinderen.
Ik loop op de rune van mijn gevoel voor jou. Wat nu alleen nog puin is was ooit een groot gebouw. En zelfs de fundamenten van wat hier heeft gestaan. Zijn na wat mooie lentes al min of meer vergaan.