Ik ben een idioot geweest. Liep rond met een blinddoek. Iedereen wist het. Iedereen zag het behalve ik. Mijn geest was onder invloed. Van slangegif. Ik ben verdwaald geweest.
De politicus zegt. Dat zijn boodschap niet overkomt. Heb je hem door. We hebben hem door. De commissaaris zegt. Dat hij het niet geweten heeft. Heb je hem door.
Ergens langs de snelweg. Waar niemand komt. Staan ze te zwaaien. Waar niemand stopt. Ergens in Duitsland. In een stad die niemand kende. Totdat het op tv kwam.
Het spijt me liefste. Maar ik heb geen tijd. De muze roept me. Ik gehoorzaam haar altijd. Denk maar niet. Dat ze jou bedreigt. Ze gelooft niet in bezit.
Nu kan ik niet meer terug. Naar het land waar ik van hou. Naar het land met de witte kust. Naar het land dat hoorde bij jou. Door regen door mist zo dicht.
Vanochtend toen je wegreed. Keek ik je na. En je verdween in een wolk. Van een regenboog zo blauw. Zo groen. Zo geel. Zo rood. Ik wens je veel sterkte.